×

Bermen

In Vlaanderen hebben alle wegbermen een grotere oppervlakte dan alle erkende natuurreservaten samen. Een goed bermbeheer kan dus sterk bijdragen tot het natuurbehoud en de instandhouding van veel wilde planten en dieren. In woon- en landbouwgebieden is er vaak geen “ongebruikte” plaats meer over waar wilde planten spontaan kunnen groeien en de bijhorende fauna kan overleven. Bermen vormen voor hen vaak de laatste uitwijkplaats.

Doordat wegen heel Vlaanderen doorkruisen vormen bermen interessante verbindingsassen tussen de verschillende natuurgebieden. Dieren gebruiken bermen om zich te verplaatsen en om nieuwe streken te koloniseren. In eentonige grasbermen kunnen dieren, en zeker insecten, niet overleven. Zij hebben schrale, kruidenrijke wegbermen nodig.

Vroeger werden wegbermen door de plaatselijke landbouwers gemaaid en werd het maaisel gebruikt als veevoeder. Met het opkomen van de intensieve landbouw werd het minder en minder als veevoeder gebruikt. De berm werd meermaals per jaar gemaaid en het maaisel bleef achter in de berm, alsook werden er steeds meer pesticiden gebruikt. Hierdoor werden bermen steeds soortenarmer.

Met het bermbesluit (1984) wou men de soortenrijkdom en dus de ecologische waarde van de bermen terug verhogen. Het besluit bevat, naast de verplichting om een bermbeheersplan op te stellen, drie belangrijke regels om tot een meer natuurlijk beheer van bermen te komen: bermen mogen pas gemaaid worden na 15 juni (een eventuele tweede maaibeurt mag pas plaatsvinden na 15 september), het bermmaaisel moet binnen de tien dagen van de berm verwijderd worden en het gebruik van bestrijdingsmiddelen is verboden. De voorgeschreven maaitijdstippen hebben te maken met bloeitijdstippen van de planten en ei-afzetting van insecten. Het maaisel moet afgevoerd worden omdat het laten liggen van maaisel bodemverrijkend werkt en nefast is voor de echte graslandplanten, waardoor enkel dominante, weinig waardevolle planten zoals hoge grassen en brandnetels voorkomen. Door het maaisel te verwijderen wordt de bodem schraler (voedselarmer) en krijgen een hoop andere, vaak bloeiende planten ook de kans om te kiemen en zich te vestigen.

Echter, in de arbeidsintensieve zomerperiode is het niet altijd mogelijk om alle bermen binnen de toegestane termijn te maaien. Via een goedgekeurd bermbeheerplan kan worden afgeweken van het wegbermbesluit en kunnen ecologisch minder interessante bermen op een ander tijdstip worden gemaaid. Op deze manier kan een extra inspanning geleverd worden aan de bermen met hoge potenties.

Bermen zijn er in allerlei vormen, zowel brede, natte als droge bermen komen voor, die vaak elk hun specifieke vegetatie herbergen. De ecologische waarde van de bermen hangt hoofdzakelijk af van de omgevingsfactoren zoals grondsoort en vochtgehalte van de bodem. Speciale aandacht gaat in Kluisbergen uit naar de bestaande houtkanten. Enerzijds wordt hierbij getracht de landschappelijke en ecologische waarde te verhogen, anderzijds kunnen houtachtige begroeiingen ook helpen om de schadelijke gevolgen van bodemerosie te reduceren in het erosiegevoelige gebied van de Vlaamse Ardennen.