Rampe
Het landschap van de Vlaamse Ardennen worden getypeerd door een afwisseling van beboste heuvelruggen, open kouters en vergezichten. De regio bevat vele holle wegen, taluds en begroeiingen op de rand van percelen zoals bomenrijen, knotwilgen en hagen.
Het halfopen landschap van kleine onregelmatige percelen die worden afgeschermd door houtkanten, heggen, houtwallen, knotbomenrijen of muurtjes wordt een bocagelandschap of coulisse(n)landschap genoemd.
Het woord bocage stamt van het Latijnse boscus. In het oud-Frans werd dit bosc, later bois of bosquet. De oude term boscage of bocage werd in de 12e eeuw gebruikt als aanduiding voor een klein bos, later ook als aanduiding voor een ruig stuk land. De huidige betekenis kwam in gebruik in de periode 1960-1980. De term coulisselandschap stamt van de coulisse die in theaterdecors worden gebruikt. Tijdens een tocht door een coulisselandschap ziet men hierachter landschapselementen verdwijnen en even later weer verschijnen.
Een coulissenlandschap is ontstaan door kleinschalig grondgebruik. Vroeger weidden de boeren weidden hun vee op goede graslanden. Om het vee op die plekken te houden, werden de weiden later omzoomd met houtwallen en heggen.
Het coulisselandschap is door zijn kleinschaligheid en de aanwezigheid van hagen en houtwallen van groot belang voor de lokale en regionale flora en fauna. Heggen en houtwallen fungeren als broedplaatsen en vormen ecologische verbindingszones tussen de omringende bossen. Soorten als meidoorn, sleedoorn, olmen en eiken zijn typerend voor de hagen en houtwallen. De heggen en houtwallen zijn ook bepalend voor het microklimaat in het coulisselandschap. Ze fungeren als windbrekers en ze beschermen de hellingen tegen bodemerosie. Doordat het spel van zon en schaduw vormen de verschillende hagen en houtwallen de ideale omstandigheden voor vogels, amfibieën, vlinders etc.
Naast heggen en houtkanten vormen ook trage wegen een kenmerkend element in een coulissenlandschap. Boeren gebruikten deze onverharde paden naast akkers en weiden om naar hun boerderijen te gaan, maar ook als sluiproutes om naar de kerk (of dorpscafé) te gaan. Veel van deze ‘kerkwegels’ zijn nog in het landschap aanwezig en vormen mooie wandelpaden.
De Vlaamse overheid besliste om de historische bosstructuren te herstellen en om opnieuw meer bos in de regio te creëren. De oude bossen op de heuvelruggen zijn erg versnipperd geraakt. In kader van het project ‘Rond Ronse’ wordt er gekeken hoe de natuur- en bosgebieden in de regio hersteld, uitgebreid en met elkaar verbonden kunnen worden, om zo tot een robuust ecologisch netwerk te komen. Op deze manier kan de biodiversiteit zich herstellen. De te bebossen zones werden geselecteerd na een grondig onderzoek van de effecten op landbouw, landschap en milieu. Hierbij werd er ook rekening gehouden met de mooie uitzichten vanop de heuvelkammen. De waardevolste zichten vanop fiets- en wandelpaden worden maximaal beschermd door het bebossingssenario. In de weiden tussen de vlakbij gelegen boerderij en het reeds aanwezige bos, werd er dit voorjaar reeds een bosaanplant uitgevoerd door de VLM (Vlaamse Landmaatschappij).